Deze cursus bestaat uit vier klassikale cursusdagen, waarin veel verschillende praktische technieken aan bod komen. Tijdens de dagen worden korte stukjes uitleg afgewisseld met demonstraties door de docent. Maar het grootste deel staat in het teken van oefenen en het ‘eigen maken’ van verschillende technieken.
Voorafgaand aan de cursusdagen lees je relevante theoretische achtergronden. Na afloop van de cursusdagen ga je dat wat je geleerd hebt in de praktijk toepassen. Hier maak je korte opdrachten over. In kleine groepjes geef je elkaar feedback op deze opdrachten. Zo leer je met én van elkaar.
Individuele werkbegeleiding
Daarnaast krijg je gedurende de cursus één keer 1 uur 1-op-1 werkbegeleiding van de docent. Dit doen we online, tussen bijeenkomst 3 en 4. Tijdens de werkbegeleiding bepaal jij de inhoud: wat wil jij (beter) leren? Wat vind je nog lastig? Zo heb je autonomie over jouw leerproces. Je deelt vooraf input met de docent, zodat zij zich kan voorbereiden.
Toolbox
We werken vanuit de toolbox; de gereedschapskist. Deze kist zit vol gesprekstechnieken, werkvormen en oefeningen die je direct kunt toepassen in de praktijk. Tijdens de cursus ontwikkel je jouw eigen toolbox. Er is gedurende de vier cursusdagen veel ruimte om op verschillende technieken, werkvormen en oefeningen in te gaan en hiermee te oefenen.
Oefencliënt
Om de koppeling tussen de cursusdagen en jouw praktijk optimaal te maken is het belangrijk dat je het geleerde direct in jouw praktijk kan toepassen. Daarom is het voor deze cursus vereist om minimaal één (oefen)cliënt te hebben, waarbij je dat wat je leert kan toepassen. Zorg dat dit geborgd is voor de eerste cursusdag.
Bijeenkomst 1 | Coachend begeleiden als basis
Na afloop van deze bijeenkomst
- Kun je beschrijven wat de basishouding inhoudt en welke gedragskenmerken daarbij horen
- Weet je hoe je de intrinsieke motivatie aanzet m.b.v. ‘waaroms’
- Kun je (beter) (positieve) feedback geven
- Heb je kennisgemaakt met de toolbox
Dag 2 | Kwaliteiten en vaardigheden opsporen als basis voor je (behandel)plan
Na afloop van deze bijeenkomst
- Kun je kwaliteiten opsporen
- Weet je hoe je deze kwaliteiten kan inzetten op kwetsbare (levens)gebieden
- Kun je alle informatie analyseren en omzetten in haalbare doelstellingen
- Kun je gedrag opdelen in deelvaardigheden, zodat jij en de ander weten hoe je iets nieuws aanleert
- Kun je doelgericht een aansprekend plan maken
Dag 3 | Grip op gedrag & gedachten
Na afloop van deze bijeenkomst
- Kun je gedrag opdelen in stappen
- Kun je een gedragsoefening uitvoeren en weet waarom je dat zo doet
- Kun je samen met een cliënt een voor- en nadelenstaat maken
- Kun je een chaotische situatie opsplitsen, zodat je overzicht krijgt en weet wat je in het contact moet doen
- Kun je ondersteunen met het formuleren van helpende en storende gedachten
- Heb je verschillende mogelijkheden om gebruik te maken van het eigen netwerk van de cliënt
Dag 4 | Het reguleren van gevoelens in lastige situaties
Na afloop van deze bijeenkomst
- Weet je hoe je gevoelens kan monitoren en reguleren
- Weet je hoe je contact tussen ouders-kind positief kan beïnvloeden
- Kun je het gesprek met ouders begeleiden, zodat ouders leren hoe ze hun eigen kind leeftijdsadequaat kunnen monitoren
- Kun je een afgewogen keuze maken voor de inzet van methode en materiaal voor een optimaal rendement
- Kun je een kort, krachtig en overdraagbaar eindrapport schrijven