Angst, depressie en suïcidaliteit in het onderwijs

‘Wanneer een leerling zich gezien voelt, kan dat echt van toegevoegde waarde zijn’

‘Van docenten en gedragsdeskundigen op school hoor ik vaak dat ze niet altijd weten hoe ze kunnen omgaan met leerlingen met mentale problemen die de pet van school te boven gaan. Ze willen graag verwijzen en ook samenwerken met de hulpverlening, maar daar zijn vaak lange wachtlijsten. En dan rijst de vraag: “Wat kunnen we als school al wel doen?” Aan het woord is Anne van de Lavoir. Samen met Dorine Sanders en Kim van Ettekoven vormt ze het docententeam van de PAO-cursus Angst, depressie en suïcidaliteit in het onderwijs.

De docent doet ertoe
Uit onderzoek blijkt dat voor leerlingen met mentale problemen de leerkracht ertoe doet. Anne: ‘Dit houdt in dat wanneer je als docent of mentor een goede relatie met jouw leerling hebt, je daar al zoveel mee kunt bereiken. Wanneer een leerling zich gezien voelt, al is het maar door één persoon binnen de school, kan dat echt van toegevoegde waarde en zelfs beschermend zijn. Om docenten en gedragskundigen hiervoor meer handvatten te geven, maken we in de cursus de vertaalslag van de ggz-benadering van deze problematiek naar wat docenten en gedragskundigen op een laagdrempelige manier preventief en curatief kunnen doen zonder dat er therapie aan te pas komt. En, als de leerling eenmaal hulp heeft, hoe er dan kan worden samengewerkt en met elkaar kan worden opgetrokken.’

In dit artikel praat Anne van de Lavoir je bij over
• Recente cijfers over emotionele klachten in het vo
• Angst, depressie en suïcidaliteit: de uitdagingen en tips
• Handvatten voor preventie
• Wat school al wel kan doen

 

Recente cijfers over emotionele klachten in het vo
Het is geen geheim dat in coronatijd bij jongeren een behoorlijke toename van mentale problemen is gesignaleerd. Uit bijvoorbeeld een grootschalig onderzoek naar welbevinden bij de schoolgaande jeugd, het Health Behaviour in School-aged Children (HBSC) blijkt dat in 2021 28% van de leerlingen emotionele problemen had. In 2017 was dit nog 18%. Wanneer je onderscheidt maakt tussen meisjes en jongens, dan is met name onder meisjes een aanzienlijke stijging te zien. In 2017 gaf 28% van de meisjes in het voortgezet onderwijs aan emotionele problemen te ervaren. In 2021 is dit percentage gestegen naar ruim 43 procent. Bij jongens was dit 13%.

Het belang van aandacht voor welbevinden
‘Ook door het Nederlandse Tweelingen Register wordt onderzoek gedaan naar onder andere geluk en welbevinden’, vult Anne de cijfers aan. ‘In de laatste metingen zie je dat de daling van emotionele klachten weer is ingezet, maar dat de klachten nog niet terug zijn op het niveau van voor de coronacrisis. Deels horen dit soort klachten natuurlijk een beetje bij de leeftijdsgroep, maar de cijfers geven wel duidelijk aan hoe kwetsbaar deze leeftijdsgroep is en hoe belangrijk het is om in deze leeftijdsfase aandacht te besteden aan het vergroten van het welbevinden.’

Angst, depressie en suïcidaliteit: de uitdagingen en tips
Wanneer docenten of gedragskundigen op school leerlingen met angstklachten, depressieve klachten of suïcidaliteit signaleren, komen er per klachtengroep andere uitdagingen om de hoek kijken. Anne zet de belangrijkste uitdagingen en tips om daarmee om te gaan op een rij.

Angst
‘Bij leerlingen met angstklachten zie je vaak dat ze verstijven en dat ze bepaalde situaties niet aandurven, of dat leerlingen helemaal niet meer naar school durven gaan. Vooral bij die laatste categorie is het een uitdaging: Hoe kun je de leerling en het systeem eromheen bewegen zodat de leerling weer naar school komt? Of in andere woorden: hoe kun je zorgen dat leerlingen situaties die ze uit de weggaan toch aangaan ook al vinden ze het heel spannend?’

Tips om angstklachten te verminderen
Anne: ‘Bij angstklachten kun je goed werken met de principes van de cognitieve gedragstherapie. Daarvoor breng je eerst goed in kaart waar de leerling precies bang voor is, zodat de interventies hierop aangepast kunnen worden. Voor een leerling die niet naar school durft te komen omdat hij bijvoorbeeld bang is gepest te worden, kan enerzijds de schoolomgeving aangepast worden: Is de klas veilig voor de leerling? Kan de leerling een maatje krijgen?

‘Anderzijds kun je de leerling helpen sociaal sterker te worden met bijvoorbeeld een sociale vaardigheidstraining. Vervolgens gaat de leerling situaties waarin hij bang is in stappen aan, waarbij er getoetst wordt of ook daadwerkelijk gebeurt waar hij bang voor is. En, als dat dan gebeurt, of dat dan ook zo erg is als dat hij dacht dat het zou zijn of dat hij het eigenlijk wel aankan.

Het mooie is dat je als school de leerling hierin kunt begeleiden door direct na te vragen hoe het is gegaan en terug te koppelen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een verlengde armconstructie met een behandelaar die de angstbehandeling doet en een begeleider op school die met de leerling de vorderingen bespreekt. Bijvoorbeeld een docent, mentor of een bij school betrokken gedragskundige. Op die manier samenwerken is voor de leerling erg waardevol.’

 

Depressie
Bij een leerling met depressieve klachten gaat het vooral om de vraag: “Wat mogen we van deze leerling verwachten op het gebied van draagkracht en draaglast?” ‘Leerlingen met deze klachten zijn vaak heel moe’, legt Anne uit. ‘Ze hebben weinig energie en zijn daardoor minder belastbaar als het gaat om bijvoorbeeld huiswerk of toetsen maken en meedoen in de les. Ze gaan ook niet zo gemakkelijk meer naar school. De belangrijkste uitdaging is te voorkomen dat de leerling helemaal gaat uitvallen. Uit onderzoek blijkt dat hoe langer een leerling niet meer op school is, hoe schadelijker dat is voor zijn mentale gezondheid.’

Tips om schooluitval te voorkomen
Anne: ‘Om zicht te krijgen op de draagkracht en draaglast van een leerling met depressieve klanten, werkt het fijn om per casus goed met elkaar af te stemmen wat haalbaar is. Ook met de hulpverlening als die er al is. Hoe kan deze leerling op een prettige manier toch betrokken blijven bij school? Waar haalt deze leerling nog zijn energie uit? En, hoe kunnen we daar, indien mogelijk, een opbouw in vinden? Wanneer de leerling in verband met de wachtlijsten nog geen professionele hulpverlening krijgt, kun je de schoolarts of huisarts vragen om mee te denken.’

 

Suïcidaliteit
Bij suïcidaliteit is het voor docenten of mentoren vaak de uitdaging om niet in de verkramping te schieten, is Annes ervaring. ‘Wat trouwens heel logisch is. Het is gewoon ontzettend spannend. Ik hoor ook wel vaak docenten zeggen: “Ja maar, hier kunnen we helemaal niks mee.” Daarnaast zijn docenten en mentoren vaak bang om navraag te doen naar suïcidaliteit. Als ze zien dat een leerling niet goed in zijn vel zit, vermijden ze de vraag of de leerling weleens nadenkt over zelfmoord. Vaak wordt gedacht dat op die manier de leerling juist op het idee wordt gebracht of dat de suïcidale gedachten van de leerling daardoor verergeren.’

Tips bij suïcidaliteit
Anne: ‘Uit onderzoek blijkt dat door te vragen aan leerlingen of ze last hebben van suïcidale gedachten, deze gedachten juist niet verergeren. Het blijkt zelfs andersom te werken. Door het vragen naar suïcidale gedachten, voelt de leerling zich gezien en veelal ook minder eenzaam nu hij zijn gedachten heeft kunnen delen. Door het te bespreken krijgen de gedachten minder lading voor de leerling. En bovendien, als het er is, is het er. Dan kan je het als docent maar beter weten en met de leerling zelf en eventueel betrokkenen een plan maken voor de veiligheid van de leerling en zo nodig samen professionele hulp inschakelen om de leerling veilig te houden.’

Handvatten voor preventie
Een belangrijke aanpak voor het verminderen van angst, depressie en suïcidaliteit in het onderwijs is preventie. Daarvoor zijn op universeel niveau allerlei programma’s beschikbaar.

Voor de hele klas
Anne: ‘Dit zijn vaak programma’s gebaseerd op sociaal-emotioneel leren die door een leerkracht of docent kunnen worden gegeven aan de hele klas. Deze programma’s blijken milde positieve effecten op het welbevinden van leerlingen te hebben. Daarnaast kan het voor leerlingen helpend zijn om bepaalde zaken te normaliseren. Bijvoorbeeld dat het in de puberteit en adolescentie normaal is dat je je af en toe niet helemaal lekker voelt. Verder kun je het ook heel laagdrempelig hebben over wat leerlingen daar zelf aan kunnen doen en bij wie je hulp kunnen krijgen.
Tegelijk vind ik wel dat we kritisch en voorzichtig mogen zijn in wat we allemaal op het bordje van leerkrachten en docenten leggen. Maar, als we weten dat deze programma’s preventief kunnen bijdragen, vind ik dat er ook een rol ligt voor ons als gedragswetenschappers om te kijken hoe we leerkrachten en docenten die dat nodig hebben, daarin kunnen ondersteunen.’

Voor individuele leerlingen
Naast programma’s op universeel niveau, kun je ook op selectief of geïndiceerd niveau aan preventie doen. Anne: ‘Dat zijn programma’s voor bijvoorbeeld kinderen die milde emotionele problemen hebben, zoals faalangsttrainingen en depressiepreventieprogramma’s. Bij dit soort programma’s is het vaak effectiever om een gedragskundige, bijvoorbeeld een orthopedagoog, van een school in te zetten.

Netwerkaanpak
Er zijn ook mooie initiatieven in het land waarbij een gedragskundige van de school zo’n training geeft samen met een professional van de externe hulpverlening. De STORM aanpak is hier een voorbeeld van. Deze netwerpaanpak richt zich op alle niveaus van preventie, van universele preventie tot en met geïndiceerde preventie. Docenten in het voortgezet onderwijs worden getraind tot Gatekeepers waarbij zij leren om depressieve klachten en suïcidaliteit te herkennen bij leerlingen en hierover het gesprek aan te gaan. Het universele programma bestaat uit lessen over mentale gezondheid. Uit internationaal onderzoek weten we dat dergelijke aanpakken werken. Op geïndiceerd niveau wordt een training gericht op cognitieve gedragstherapie uitgevoerd op school voor leerlingen met verhoogde somberheidsklachten. Uit onderzoek blijkt dat het volgen van deze training leidt tot een vermindering van somberheidsklachten tot twee jaar na afloop van de training in vergelijking met leerlingen die enkel psycho-educatie ontvingen voor hun klachten.

Een kritische blik
Omdat er zoveel verschillende programma’s beschikbaar zijn, is het voor docenten, orthopedagogen en schoolpsychologen soms moeilijk om door de bomen het bos nog te zien. In de PAO-cursus wordt geen specifieke methode geboden, maar krijgen cursisten de handvatten om met een kritische blik naar de verschillende programma’s te kijken.

Overtuigen van het MT
De implementatie van dit soort programma’s is vaak lastig omdat er een prijskaartje aanhangt en het een behoorlijke tijdsinvestering vraagt. Het MT van de school is daarin eerst nog aan zet. ‘Toch’, onderstreept Anne, ‘is het goed om aandacht te hebben voor preventie en vermindering van mentale klachten. Als veel leerlingen niet lekker in hun vel zitten, presteren ze immers ook niet. Als gedragskundige is het dus slim om bij twijfel van het MT de noodzaak van deze programma’s te onderbouwen met cijfers.’

Wat school al wel kan doen
De voortdurende stijging van emotionele problemen onder met name jongeren in de middelbare schoolleeftijd en de vragen uit het onderwijs hoe daarmee om te gaan waren voor PAO-docenten Anne van de Lavoir, Dorine Sanders en Kim van Ettekoven een belangrijke redenen om met behulp van de PAO-cursus Angst, depressie en suïcidaliteit in het onderwijs scholen handvatten te geven om op een laagdrempelige manier bij te dragen aan het voorkomen en verminderen van deze klachten. Anne: ‘School is toch gewoon dé plek waar iedereen sociaal samenkomt. Als je dan als school al een klein stukje kunt bijdragen aan het verminderen van deze problematiek bij je leerlingen, dan is dat toch mooi meegenomen. En als het gaat om ernstige klachten, is het fijn dat je als school handvatten hebt waarmee je in ieder geval kunt pogen dat deze niet verergeren voordat de leerling bij de hulpverlening terechtkan.’

Cognitieve gedragstherapie en zelfbeeld
De handvatten voor het verminderen van angst, depressie en suïcidaal gedrag bij leerlingen die in cursus worden geboden zijn zoals eerder gezegd, gebaseerd op de principes uit de cognitieve gedragstherapie. Er worden concrete tools geboden hoe om te gaan met deze klachten en met – waar onderliggend vaak sprake van is bij de leerling – een instabiel of negatief zelfbeeld. Er zijn interventies die in de hulpverlening worden toegepast, waar op school laagdrempelig een start mee kan worden gemaakt. Ook de kennis van het zelfbeeld en hoe dat door levenservaringen kan worden gekleurd en door tools kan worden beïnvloed, kan de docent helpen de leerling goed te begeleiden en zich daar ook bekwaam in te voelen.

Vertaling naar laagdrempelige handvatten
Anne constateert dat de NPO-gelden, vrijgekomen in coronatijd om leerlingen met een didactische en sociaal-emotionele achterstand te ondersteunen, niet opnieuw worden aangevuld. ‘Maar uit de eerste cijfers blijkt dat er toch nog een grote groep leerlingen is die extra ondersteuning kan gebruiken. Met onze cursus hopen we een steentje bij te dragen aan preventie en vermindering van internaliserende klachten die het welbevinden en de schoolprestaties van leerlingen negatief beïnvloeden. Scholen kunnen de problematieken van individuele leerlingen niet behandelen. Het is ook niet de bedoeling dat ze therapie gaan geven. Maar, met een vertaling van een aantal behandelprincipes uit de ggz naar laagdrempelige handvatten en tools voor docenten, mentoren en gedragskundigen, focussen wij in onze cursus op wat school al wel kan doen.’

Check de startdatum van de eerstvolgende cursus Angst, depressie en suïcidaal gedrag in het onderwijs. 

De inhoud van de PAO-cursus Angst, depressie en suïcidaliteit in het onderwijs in 5 bullets

  • Beter herkennen van signalen van kwetsbare jongeren
  • Oefenen met het bespreekbaar maken van depressie en suïcide.
  • Inzicht in wat er binnen de school op universeel en selectief niveau mogelijk is om het psychisch welbevinden te bevorderen en angst- en stemmingsklachten te voorkomen en verminderen.
  • Handvatten voor het begeleiden van leerlingen met angst- en stemmingsklachten binnen de school.
  • Beter zicht op hoe je rondom het herkennen, behandelen en begeleiden van leerlingen met angst, depressie en suïcidaliteit de samenwerking tussen school en externe hulpverleners kunt bevorderen.
anne van de lavoir

Anne van de Lavoir is 10 jaar werkzaam geweest als psycholoog in het voortgezet onderwijs. Ze heeft ruime ervaring in het begeleiden van leerlingen/cliënten, ouders en leerkrachten met problemen die zowel in de thuissituatie als op school zichtbaar zijn, zoals bij angst- & stemmingsklachten en gedragsproblemen. Op dit moment werkt ze in een psychologenpraktijk (Generalistische Basis GGZ & Specialistische GGZ). Vanuit deze praktijk is ze betrokken bij en deels werkzaam op scholen in de regio.
Anne van de Lavoir is GZ-psycholoog/ Kinder & Jeugdpsycholoog NIP, Cognitief Gedragstherapeut VGCt en EMDR therapeut VEN.

Dorine Sanders is GZ-psycholoog, cognitief gedragstherapeut en opleider VGCt en EMDR practitioner Europe. Vanaf 2000 is Dorine Sanders, GZ-psycholoog, werkzaam geweest bij diverse GGZ instellingen waar zij complexe psychopathologie op het gebied van (traumagerelateerde) angststoornissen, stemmingsstoornissen en eetstoornissen bij zowel kinderen als volwassenen behandelde. Sinds 2007 is zij verbonden aan Visie, waar zij zich naast bovenstaande steeds meer heeft toegelegd op de behandeling van mensen met een beschadigd zelfbeeld en het doceren van cognitieve gedragstherapie aan psychologen in opleiding. Zij heeft gepubliceerd op het gebied van trauma, burnout en depressie.

Kim van Ettekoven is 10 jaar werkzaam als Orthopedagoog binnen de specialistische jeugd GGZ. Zij heeft hierin met name behandeling en diagnostiek uitgevoerd bij jongeren met internaliserende problematiek; angststoornissen, stemmingsstoornissen, eetstoornissen en dwangstoornissen al dan niet gecombineerd met suïcidaliteit. Vanaf 2015 is zij tevens werkzaam als promovenda en orthopedagoog binnen de STORM-aanpak. Deze aanpak richt zich op de preventie van depressie en suïcidaliteit van jongeren in het voortgezet onderwijs. Hierin werkt Kim nauw samen met vele middelbare scholen en ketenpartners in de preventie GGZ, basis GGZ, GGD en CJG met als doel om depressie en suïcidaliteit onder jongeren vroegtijdig te signaleren en te behandelen.

logo