Comorbiditeit dyslexie en andere leer- en gedragsstoornissen

Orthopedagoog Beatrijs Brand: ‘Meer zicht op relatie tussen stoornissen leidt tot adequatere hulp en ondersteuning’

Comorbiditeit’ verwijst naar het tegelijk voorkomen van meer dan één aandoening, wat betekent dat er bij kinderen sprake kan zijn van meerdere gediagnosticeerde ontwikkelingsstoornissen. Dyslexie gaat relatief vaak samen met andere ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, ASS, OCD, DCD en TOS. Onderzoek laat zien dat bij 40% tot 60% van de kinderen met dyslexie sprake is van ten minste één andere ontwikkelingsstoornis. Daarom komen kinderen met dyslexie en een comorbiditeit sinds 1 januari 2022 ook in aanmerking voor vergoede dyslexiezorg.

In de cursus ‘Dyslexiebehandeling bij comorbiditeit‘ gaan we in op de behandeling van kinderen met dyslexie en comorbide problematiek. Je leert er hoe je de theorie omzet in een praktische aanpak en bereidt jouw vaardigheden uit. Orthopedagoog en GZ-psycholoog Beatrijs Brand geeft deze cursus.

Volgens Beatrijs leidt het inzicht in en kennis van comorbiditeit tot adequatere ondersteuning van kinderen met ontwikkelingsstoornissen, en stelt het tegelijkertijd andere eisen aan de manier van kijken naar het kind en de ondersteuning van het kind.

‘Nu we weten dat meerdere leer- en gedragsstoornissen zich vaker dan gemiddeld ook in combinatie met elkaar kunnen manifesteren, zijn we alerter op hoe de verschillende stoornissen zich tot elkaar verhouden. Daarnaast betekent dit inzicht dat bij aanmelding van een kind, scherp moet worden gekeken naar wat er precies aan de hand is. Dat betekent goed kijken en doorvragen in de beginfase. Deze houding is overigens sowieso cruciaal omdat het ook kan voorkomen dat symptomen die op een bepaalde stoornis duiden, de primaire stoornis kunnen maskeren. Mocht uiteindelijk blijken dat er meerdere op zichzelf staande stoornissen naast elkaar spelen, dan kun je op basis van de zwaarte bepalen welke therapie of behandeling het beste is, welke stoornis als eerste behandeld moet worden of dat een combinatieaanpak de voorkeur heeft.’

Meerdere disciplines betrekken

Volgens de nieuwste inzichten die hersenonderzoek in de afgelopen vijf jaar heeft opgeleverd, kun je bij ADHD, autisme en dyslexie als het ware spreken van een familie van leer- en gedragstoornissen die zich op basis van hun nauwe genetische verwantschap ook naast elkaar kunnen manifesteren. Dat vraagt betrokkenheid van meerdere disciplines om het diagnoseplaatje compleet te krijgen. De kwaliteit van de samenwerking tussen de verschillende specialisten is daarbij bepalend. ‘Neem de samenwerking tussen een orthopedagoog en een kinderpsychiater. Korte lijnen, attente doorverwijzing, en het delen én benutten van beschikbare informatie, zijn van groot belang voor het stellen van de juiste diagnose en het opstellen van een adequaat behandelplan.’

Voorbeeld

Een jongen in groep 8 wordt aangemeld met vage problemen. Hij kan zijn aandacht er niet bijhouden als hij thuis aan zijn huiswerk zit. Zijn ouders denken aan de gedragsstoornis ADD op basis van de aandachtschommelingen en concentratieproblemen die ze bij hun kind ervaren. Eenmaal met de orthopedagoog aan het werk, blijkt dat de jongen een ernstige leesstoornis heeft. Hij leest heel langzaam. Drie bladzijden aardrijkskunde doorlezen in zijn leestempo zou voor iedereen een ware beproeving zijn. Geen wonder dat hij er zijn aandacht niet bij kan houden. De symptomen van de ene stoornis kunnen de uiting van een andere stoornis maskeren. Met goed kijken en doorvragen lukt het de primaire stoornis te ontmaskeren en vervolgens effectieve ondersteuning te bieden.

Verschillen en overeenkomsten

Voor een deel is het mogelijk verschillende op zichzelf staande leer- en gedragsstoornissen gemeenschappelijk aan te pakken. ‘Bijvoorbeeld problemen met het werkgeheugen en de concentratie die zowel bij ADHD als dyslexie spelen. Daar tegenover staat dat het accent van de aanpak bij ADHD vooral ligt op het structureren van de omgeving van het kind, terwijl een leesstoornis als dyslexie vraagt om gespecialiseerde dyslexiebehandeling. Daarnaast hebben ADHD en dyslexie een verschillende uitwerking op de schoolprestaties. ADHD leidt niet altijd tot een ernstig leerprobleem, terwijl dyslexie bijna altijd leerproblemen tot gevolg heeft.’

Actieve rol van ouders en school

Ieder kind is anders. Een zo compleet mogelijk plaatje van het kind en zijn omgeving leidt tot een plan van aanpak dat het beste past. Dus ook de ouders en de school worden actief betrokken bij zowel de diagnostiek als de gekozen aanpak. ‘Met name een actieve rol van de ouders is heel waardevol. Aangezien dyslexie erfelijk is, kunnen zij een voorbeeld zijn voor hun kind. Ouders hebben vanuit hun ervaring door de jaren heen hulpmiddelen en ezelsbruggetjes bedacht, waar hun kind veel aan kan hebben. Ook voorbeeldgedrag waarmee ouders laten zien dat ze met hun stoornis goed kunnen functioneren, is voor het kind een belangrijke steun in de rug. Uiteindelijk gaat het erom dat je als orthopedagoog of schoolpsycholoog met alle betrokkenen samenwerkt aan het doel het kind verder te helpen in zijn schoolcarrière.’

Meer leren over dit onderwerp?

De cursus Dyslexiebehandeling bij Comorbiditeit gaat in op de behandeling van kinderen met complexe dyslexie. Je leert hoe de theorie kan worden omgezet in praktische aanpak en breidt je vaardigheden uit.

Bekijk het cursusaanbod

beatrijs-brand

Beatrijs Brand

Drs. Beatrijs Brand heeft ruim dertig jaar ervaring in de diagnostiek en begeleiding van kinderen met leerproblemen, specifiek met betrekking tot de thema’s dyslexie, autisme, ADHD en handelingsgericht werken in het onderwijs. Zij is orthopedagoog en GZ-psycholoog en directeur van de School Psychologische Praktijk te Haarlem.

Supervisie

Registratie:
Supervisor NVO, Supervisor NIP Kinder- en jeugdpsycholoog, Orthopedagoog-generalist, SKJ post-master psycholoog/pedagoog, NIP Kinder- en jeugdpsycholoog

Regio:
Noord-Holland

Online:
Ja

Aanvullende informatie:
Beatrijs heeft (in overleg) ruimte voor nieuwe supervisanten.

Voor welke professionals:
Beatrijs geeft supervisie aan orthopedagoog-generalisten, schoolpsychologen, gz-psychologen, NIP kinder- en jeugdpsychologen, SKJ postmaster psychologen of pedagogen en aan professionals die hiervoor in opleiding zijn. Ook geeft ze supervisie tbv basisaantekening diagnostiek NVO. Thema’s van supervisie kunnen zijn:

• Persoonlijke groei en reflectie op werksituaties
• Eigen rol en professionele identiteit.
• Casuïstiek vanuit diverse perspectieven analyseren en helder beschrijven

logo