‘Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH)’ vraagt om pas op de plaats

‘Behandelprotocollen aanpassen op basis van cognitieve stoornissen wordt nog te weinig gedaan’

“Gedragsproblemen zijn vaak het gevolg een combinatie van de locatie van het letsel en de specifieke cognitieve functies. Als een behandeling binnen de reguliere psychiatrie niet aanslaat, zou men verder onderzoek moeten doen naar de cognitieve functies.” Aan het woord is Frank Jonker, klinisch neuropsycholoog en inhoudelijk leidinggevende bij Altrecht Neuropsychiatrie, Vesalius. Frank geeft samen met Annelies Buhrmann, Mariska Mantoine en Haike van Stralen de PAO cursus Neuropsychologische diagnostiek en behandeling bij hersenletsel.

“Revalidatie na hersenletsel is voornamelijk gericht op de lichamelijk cognitieve revalidatie. Bij ernstige gedragsproblemen door Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH), zoals agressie of ernstige ontremming, is er geen goed zorgaanbod vanuit de revalidatie en of reguliere psychiatrie. In de regio Utrecht zijn er jaarlijks 1.100 gevallen met een combinatie van hersenletsel en neuropsychiatrische problematiek. Uit onze eigen cijfers (Altrecht, red.) blijkt dat patiënten met neuropsychiatrische problematiek pas 12 jaar nadat het letsel heeft plaats gevonden, bij ons terecht komen. Dat betekent dat ze na een revalidatieperiode van 1 tot 2 jaar 10 jaar behandeling hebben gehad die mogelijk niet aansloot op de hulpvraag. Gedegen onderzoek, bestaande uit een MRI en psychiatrisch -, neuropsychologisch – en ergotherapeutisch onderzoek, zorgt voor een goede analyse van de problematiek, waarop de behandeling afgestemd kan worden. Via deze weg zijn patiënten weer heel snel weer thuis met de juiste behandeling en nazorg.”

‘Wij zijn ons brein’
Frank Jonker is een aanhanger van Dick Swaab en Victor Lamme, de auteurs van respectievelijk de boeken Wij zijn ons brein en Vrije wil bestaat niet. “Dit zijn harde uitspraken. Maar, alles wat we doen, wordt aangestuurd door de hersenen; wat we zeggen, hoe we informatie verwerken, hoe we informatie opslaan.  Opvoeding en omgevingsfactoren spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de hersenen, waar een niet optimale ontwikkeling van de hersenen mogelijk leidt tot een verhoogd risico op psychiatrische aandoeningen.  Daarnaast wordt duidelijk dat bij hersenaandoeningen, zoals NAH en dementie, wij anders doen dan dat de ‘geest’ wil.”

De blinde vlek in de GGZ
Het is Franks vaste overtuiging dat over 10 tot 15 jaar de psychiatrie en neurologie weer tot een vakgebied horen.  “Het grootste deel van het wetenschappelijk onderzoek in de geestelijke gezondheidzorg richt zich op de hersenfuncties. Hierbij blijft het erg complex om de vertaalslag te maken naar de klinische praktijk.  Ik schat in dat we over 20 jaar mogelijk in realtime kunnen zien waar en wat een bepaalde test doet in de hersenen. Dit kan mogelijk van belang zijn voor de behandelinsteek. Het is jammer dat belangrijke resultaten van hersenonderzoek zo langzaam doorsijpelen naar de GGZ. Dit remt de samensmelting van de neurologie met de psychiatrie.  Gestoorde hersenfuncties betrekken en onderzoeken bij niet goed lopende psychiatrische behandelingen, ook bij mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel, wordt veel te weinig gedaan. Dat is een blinde vlek.”

Gedrag als output van hersenactiviteit
“Bij mensen met autisme is een van de symptomen sociale communicatie, niet goed kunnen inleven in de ander. Uit onderzoek blijkt dat dit zich voornamelijk in de frontaalkwab bevindt. Deze hersenfunctie kan je meten. Hierbij is de aanname dat gestoorde hersenfuncties leiden tot sociaal rigide gedrag. Voor mij is dit een heldere visie; gestoorde functies leiden in een bepaalde context tot specifiek gedrag. Zo kan een depressie primair of secundair zijn, door de locatie van het letsel of als reactie op een trauma. Het beeld van de klachten is bij beide depressievormen hetzelfde, alleen is bij een primaire depressie de kans groot dat de oorzaak van neurologische of neuropsychologische aard is. Ondanks dat beide voldoen aan de DSM 5 classificatie van een depressie, vereist een depressie als gevolg van NAH een andere behandeling dan een depressie als gevolg van een traumatische ervaring.”

Trage informatieverwerking
Wanneer een patiënt tijdens de behandeling antwoord geeft op vragen die eerder gesteld zijn, kun je je afvragen of je patiënt het tempo van de behandeling wel kan volgen. Misschien heeft hij of zij last van een trage informatieverwerking. In dat geval kan je bijvoorbeeld het tempo van praten vertragen en gun je je patiënt de tijd om te antwoorden op je vragen. Dat betekent wel dat je continu scherp moet zijn.

Wat als de protocollaire behandeling niet aanslaat?

Vertaald naar de praktijk betekent de visie van Frank Jonker dat je als hulpverlener pas op de plaats maakt, wanneer een protocollaire behandeling niet aanslaat. “Wat zijn de oorzaken van het gedrag van ontreddering, apathie? Zijn deze goed onderzocht? Is er sprake van NAH? Een MRI geeft helderheid over het type en de grootte van het letsel. Wanneer bepaalde delen van de hersenen zijn beschadigd, en je vanuit de functionele anatomie weet wat dit deel doet, kun je een hypothese opstellen, en de functies die op deze plek gelokaliseerd zijn, in grove mate testen. Zo meet je of de resultaten kloppen met je hypothese. Vervolgens stel je een behandelplan op. Praktische neurowetenschap zou je kunnen zeggen.”

Partner van de patiënt betrekken is een must
“Vaak snappen patiënten zelf niet waarom ze snel boos of agressief worden.  Het is dus zaak om na vaststelling van de oorzaak, als eerste de patiënt uit te leggen waar zijn gedrag vandaan komt. Maar hoe ga je dat doen? Je moet het hele profiel van sterke en zwakke punten meenemen in de bejegening. Bij trage informatieverwerking bijvoorbeeld, zal je je tempo moeten aanpassen. Vervolgens kun je met de patiënt en zijn partner of anderen uit de directe omgeving van de patiënt, aan de slag om de prikkelbaarheid van de patiënt te verminderen. Dat is van groot belang omdat de partner of de directe omgeving moet weten hoe te communiceren, zodat de patiënt de informatie beter kan verwerken. Dit zorgt ervoor dat beiden minder last hebben van het agressieve gedrag.

”Ieder brein is uniek“
Ieder brein is uniek. Bij mensen met Niet Aangeboren Hersenletsel kan de behandeling kostenreductief zijn als je eerst goed luistert, kijkt en analyseert. Daarna pas volgt de behandeling.”

Lees meer over de cursus Neuropsychologische diagnostiek en behandeling bij hersenletsel

frank joknker

Frank Jonker

Dr. Frank Jonker is sinds 2012 geregistreerd klinisch neuropsycholoog (BIG) en inhoudelijk leidinggevende bij Altrecht, afdeling Neuropsychiatrie Vesalius. Hier worden patiënten aangemeld met psychiatrische stoornissen als gevolg van Niet Aangeboren Hersenletsel (NAH), waarbij zowel uitgebreide neuropsychiatrische diagnostiek als behandeling plaatsvindt.

Op de Vrije Universiteit is Frank docent. Frank is in november 2019 bij Vrije Universiteit gepromoveerd op de relatie frontaal hersenletsel en gedragsveranderingen (bijv agressie).

logo