Psychotrauma Opleiding VCT Expert Kind en Jeugd

‘Het stempel “uitbehandeld” bij kinderen met vroegkinderlijke chronische traumatisering bestaat niet’

‘Dat professionals zich bewust worden dat het stempel “uitbehandeld” of “onbehandelbaar” bij kinderen en jeugd met vroegkinderlijke chronische traumatisering niet bestaat. Dat is waar het vooral om gaat.’ Aan het woord is Anneke Vinke, hoofddocent van de Psychotrauma opleiding VCT Expert Kind en Jeugd van de PAO-Trauma Academie, opleider in de Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling. ‘Er zijn altijd wegen te vinden, maar af en toe moet je heel ver zoeken. Deze opleiding geeft een heleboel ingangen om te vinden wat er nodig is én waar je kunt zoeken. Ook bij behandelingen die vastlopen.’

Professionals die werken met kinderen met complexe problematiek, zoals vroegkinderlijke chronische traumatisering (VCT), kunnen nogal eens tegen de situatie aan lopen dat de protocollen die ze gebruiken, niet werken. Anneke: ‘Omdat VCT-problematiek zo complex is, zijn er altijd meerdere antwoorden mogelijk. De vraag is dan: Waar te beginnen? En wat komt daarna? En, wat doen we als de behandeling niet werkt? Je kunt bij deze problematiek niet zeggen: “Ik doe een protocol voor een hechtingsprobleem, voor ADHD, voor autisme, of voor PTSS.”

Er is trauma en er is trauma

‘Neem bijvoorbeeld een kind dat vastloopt op school omdat het zich niet kan concentreren of voortdurend aan het dagdromen is, of dat er telkens een beetje naast zit in de sociale informatieverwerking. Bij een gangbaar diagnostisch onderzoek worden er instrumenten ingezet die proberen op één hoofdclassificatie uit te komen. Ofwel ADHD, ofwel autisme, ofwel hechtingsproblemen, terwijl je eigenlijk een beetje van alles nodig hebt. Inmiddels is er in Jeugdzorg, en dat is fijn, wel de richtlijn Jeugdhulp, de richtlijn Trauma, de richtlijn Signalering van trauma, en een aanvulling in de maak over de behandeling van trauma. Maar ook daarbij geldt: er is trauma en er is trauma. Er is trauma wat eenmalig is geweest en dat straight forward behandeld kan worden, en er is trauma zoals VCT, dat veel breder trekt en vaak een relationele component heeft.’

Verschil tussen volwassenen en kinderen met VCT

Wat een VCT-behandeling bij kinderen complexer maakt dan bij volwassenen is de vraag of wat je ziet in gedrag, daadwerkelijk veroorzaakt wordt door trauma of dat het de aanleg van het kind is. Eigenschappen als motoriek, intelligentie en emotieregulatie zijn nog in ontwikkeling. Dus je weet niet precies waar het uitkomt. Is het een vertraging in de ontwikkeling of is het iets wat er niet inzit? Daarnaast heb je als behandelaar bij kinderen veel meer dan bij volwassen te maken met de ouders en het gezin die om het kind heen staan. Binnen die context worden patronen tussen generaties over gedragen

Maatwerk voor kinderen met VCT

De Psychotrauma opleiding VCT Expert Kind en jeugd richt zich op de Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling van kinderen en jongeren die als gevolg van VCT complexe PTSS, developmental traumadisorder, hechtingsproblematiek of dissociatieve stoornissen hebben ontwikkeld. Anneke: ‘Wat we met de opleiding vooral willen bewerkstelligen is dat elk kind maatwerk krijgt. Bij het ene kind kan het maatwerk zitten in de sociale hoek, bij een ander kind kan het zijn dat er meer vanuit een neurobiologische invalshoek wordt gewerkt. Daarvoor is het noodzakelijk dat je als behandelaar het hele palet tot je beschikking hebt bij het maken van je behandelplan zodat je je niet ingeperkt voelt door het aanbod dat er in huis is.’

Het is nog niet klaar …

Deze maatwerkbenadering is anders dan de huidige behandelpraktijk waarin meestal standaard behandelingen aangeboden worden. ‘Een intensieve traumabehandeling voor kinderen met PTSS overlapt niet volledig met VCT’, benadrukt Anneke. ‘Met een intensieve traumabehandeling voor PTSS kun je het leven van een kind met VCT zeker makkelijker maken, maar het is daarna dikwijls nog niet klaar. Het gaat dan om de problemen op allerlei vlak die zijn ontstaan na chronische traumatisering. Het chronische karakter van trauma zit niet zo goed in de PTSS-typering. Na de traumabehandeling kan het kind nog steeds heel erg ontregeld zijn waardoor het zich bijvoorbeeld in de klas nog steeds niet goed kan concentreren of nog steeds niet weet hoe het zich sociaal staande moet houden. Daardoor komen kinderen met VCT na een standaard intensieve traumabehandeling toch in de problemen omdat ze vanwege concentratieproblemen hun school niet kunnen afmaken of in een depressie terechtkomen omdat ze zich intens alleen blijven voelen.

Beginnen bij de bestaanszekerheidsvraag

‘Dus waar begin je mee in je behandeling? Misschien is dit wel de grootste vraag die er is hoor, maar hoe kan een kind zich op school ooit goed concentreren als het niet heel zeker weet dat het een plekje heeft in de wereld? Moeten we dan niet eerst daaraan werken zodat het niet bang hoeft te zijn dat iemand anders zijn plek inneemt of dat het iets fout doet, dat het wordt afgekeurd, dat het wordt weggestuurd of straf krijgt? Die bestaanszekerheidsvraag ligt er bij veel kinderen met VCT wel onder. Bovendien is existentiële zekerheid een belangrijke randvoorwaarde om gedrag blijvend te kunnen veranderen. Ik denk dat je daarmee moet beginnen voordat je andere problemen kunt aanpakken.

Ouders brengen zichzelf mee

‘Daar komen trouwens ook de ouders in het spel’, gaat Anneke door op de bestaanszekerheidsvraag. ‘Want ouders brengen zichzelf mee. Dit kan geweldig zijn, maat het kan ook belemmeren. Soms kan een kind, en daar zijn ze heel goed in, bij een ouder op het juiste knopje drukken waardoor de ouder het steeds moeilijker gaat vinden om nog rustig op het kind te reageren zodat min of meer therapeutisch opvoeden mogelijk blijft. Want dat heb je bij sommige van deze kinderen echt nodig. Dat betekent dat je als behandelaar ook de ouders moet begeleiden, hun eigen hechtings- en trauma geschiedenis verkent, de ouders doorverwijst, of telkens heel goed in de gaten houdt dat het proces dat jij met het kind aan het doorlopen bent, ook past bij wat de ouders en de rest van het gezin aankan. Op die manier werken we ook aan het doorbreken van intergenerationele patronen.

Timing van de traumabehandeling?

‘Verder gaat het bij een behandeling ook over de timing van interventies’, benadrukt Anneke. ‘Dit is niet alleen gelinkt aan het ontwikkelingsniveau en de ontwikkelingsmogelijkheden van het kind maar ook aan de stabiliteit van de omgeving waarin het kind leeft. Als in een gezin heel erg veel onrust is, dan kan een kind nog zulke grote problemen hebben, dan moet je wel met elkaar besluiten of dit het juiste moment is om te beginnen met een intensieve traumabehandeling. Natuurlijk moet je wel wat doen, maar timing is wezenlijk. Dit is een beetje tegen het zere been van de gangbare overtuiging dat je trauma altijd eerst en altijd meteen moet behandelen, ook al is er geen rust n het gezin aanwezig. Ik ben van mening dat het gezin de ontregeling van een kind na de behandeling goed moet kunnen opvangen en dat je eerst werkt aan veiligheid zodat je daarna de diepte in kan. Zowel de inbedding van de behandeling als de behandeling zelf zijn belangrijk. Bij kinderen meer nog dan bij volwassenen.’

Beschikken over zoveel mogelijk lenzen

De visie die aan de Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling ten grondslag ligt is dat behandelaars die complexe problematiek op hun bordje krijgen zoveel mogelijk lenzen ter beschikking hebben om naar de problematiek te kijken. ‘Hoe het nu gaat binnen de ggz kun je vergelijken met een bloedonderzoek bij de huisarts’, maakt Anneke de vergelijking. ‘Maar in plaats van dat de huisarts het bloed in één keer screent op allerlei mogelijke oorzaken van bijvoorbeeld vermoeidheidsklachten, wordt elke keer een nieuwe oorzaak onder de loep genomen. Dit is eigenlijk hoe een kind met complexe problematiek door het ggz-systeem heen gaat. Het heeft een probleem en dan kijken we: “Is het dit? Nee. Dan gaan we dit doen. Is het dat? Nee. Dan gaan we dat doen. Enzovoort.”

De mens is niet gemaakt om alleen te zijn

Als een kind dat valt met de fiets veilig gehecht is en een gewone jeugd heeft gehad, dan zal het kind de hulp en troost van degene die naar het kind toe komt om het te helpen, kunnen ontvangen. Maar als het kind alleen maar narigheid heeft meegemaakt in relaties dan is degene die op dat moment komt helpen heel bedreigend. Daar zal het kind heel afwerend en boos reageren met ‘Ik doe het zelf wel!’ Dat werkt natuurlijk niet. De mens is niet gemaakt om alleen te zijn. We hebben anderen nodig: om plezier te delen en om geholpen en getroost te kunnen worden.

Breed kijken aan de voorkant

‘Je zou wensen’, gaat Anneke verder, ‘dat bij al die kinderen met een complexe vraag en een verdenking van VCT in de voorgeschiedenis, iemand aan de voorkant meteen breed gaat kijken en gaat nadenken van: o, als ik kijk vanuit de cognitieve theorie zou het dit kunnen zijn. Als ik kijk vanuit de hechtingstheorie dan speelt er misschien dit. Als ik kijk vanuit de sociale hoek dan moet ik daaraan denken, met onderliggend altijd de link naar neurobiologie en hoe ontwikkelingsprocessen verlopen voor dit individuele kind. Vervolgens worden al die zaken op een rij gezet, en daarna met de ouders en het kind besloten wat de koers wordt. Dan liggen er in het gekozen behandelplan al opties klaar voor als het kind niet uit te voeten kan met de eerste behandeling. Zo raak je op een gegeven moment niet onthand en gaan kinderen niet door het systeem heen van de ene therapeut naar de andere.’

Al veel behandelingen achter de rug

In haar eigen praktijk krijgt Anneke vaak kinderen die al veel behandelingen hebben gehad voordat ze bij haar komen. ‘De screening van de problematiek is in orde, er is een goed diagnostisch verslag, maar de behandeling is bijvoorbeeld vastgelopen omdat er behandeld is op één thema. Bijvoorbeeld angst, sociale vaardigheden of concentratie, terwijl het kind last heeft van problematiek op meerdere thema’s. Dat ik de 4de of 5de therapeut ben is soms fijn, omdat dan de andere therapeuten de bal al voor het doel hebben gelegd. Ik hoef hem er alleen maar in te trappen.

Een behandelkoers voor de gehele problematiek

‘Maar soms is er al zoveel gedaan dat ik niet eens meer de bal mag aanraken. Het is zo jammer als er een puber binnenkomt en zegt dat hij al bij zoveel psychologen is geweest en een houding heeft van “wat kan jij me nou nog vertellen?”, terwijl hij niet slaapt, zich hartstikke rot voelt en er van alles aan de hand is, maar er geen vertrouwen meer is in de behandelaar. De meerwaarde van de Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling is dat je met elkaar bepaalt wat je in welke volgorde doet en dat je het niet tot één behandeling beperkt. Je maakt een behandelkoers voor de gehele problematiek.’

Enige opleiding in Nederland

Op de vraag wat het verschil in resultaat is tussen de maatwerkbenadering op basis van Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling en de gangbare benadering binnen de ggz op basis van één label-diagnostiek en standaard protocollen, heeft Anneke nog geen antwoord. ‘De Psychotrauma Opleiding VCT Expert Kind en Jeugd is nieuw en uniek in Nederland, en daarbuiten. Dit zullen we werkende weg moeten onderzoeken. In de opleiding komen verschillende gangbare en minder gangbare theorieën naast elkaar aan de orde. Zo kunnen cursisten zowel bestaande kennis opfrissen als nieuwe kennis eigen maken en daarin hun eigen weg vinden.

Meer grip op weerbarstige werkelijkheid

‘In de opleiding wordt aan de ene kant aandacht besteed aan theorieën die robuust zijn onderzocht. Daar moet je dus echt mee aan de slag omdat daarvan gewoon bekend is dat het voor de meeste mensen werkt. Aan de andere kant wordt aandacht besteed aan kennis die nodig is voor mensen bij wie de wetenschappelijk onderbouwde methodieken niet werken, zoals lichaamsgericht werk. Daar is de klinische praktijk heel enthousiast over, maar er zijn nog weinig grote studies naar gedaan. Die combinatie rust je beter toe op de complexe problematiek van kinderen en jeugd met VCT. Omdat je na de opleiding meer gereedschap en verklaringsmodellen in je rugzak hebt, krijg je meer grip op wat al een heel weerbarstige werkelijkheid is.

Meer weten over deze cursus?

Bijvoorbeeld over accreditaties of de eerst volgende startdatum, kijk hier.

Psychotrauma VCT Expert Kind en Jeugd

De opleiding Psychotrauma VCT Expert Kind en Jeugd helpt professionals die werken met kinderen en jeugd met VCT nog meer buiten hun eigen comfortzone en hun eigen aanbod te stappen om zo voor elk kind dat gedrag laat zien dat niet zomaar aan 1 DSM-gerelateerd probleem is toe te schrijven, maatwerk te bieden. De opleiding leert je geen specifieke behandelmethode maar leert je breed te kijken. Je maakt kennis met wat er op dit moment allemaal aan methodieken bestaat waarvan op basis van wetenschappelijk onderzoek vaststaat dat deze effectief zijn, maar ook waarvan in de klinische praktijk is bewezen dat ze van grote waarde zijn.

De kernpunten van de opleiding Psychotrauma VCT Expert Kind en Jeugd:

  • Jaaropleiding tot VCT Expert
  • Screening en diagnostiek van vroegkinderlijk chronisch trauma
  • Multidisciplinaire Integrale Traumabehandeling
  • Vooraanstaande experts als docenten

Check de startdatum van de eerstvolgende cursus

Anneke-Vinke

Anneke Vinke

Dr. Anneke Vinke is opgeleid als orthopedagoog en geregistreerd als GZ-psycholoog BIG, Registerpsycholoog en supervisor Kind-en Jeugd (NIP), Lichaamsgericht Werkend Psycholoog (NIP) en Orthopedagoog Generalist (BIG).

Zij is Certified Advanced Practitioner in Sensorimotor Psychotherapy®, getraind en trainer in het gebruik van het Neurosequentieel Model van Therapie (NMT) van dr. Bruce Perry.
Anneke promoveerde in 1999 op een onderzoek naar ouderschap bij interlandelijke adoptie.
Inhoudelijk is zij gespecialiseerd in de thema’s adoptie, pleegzorg, gehechtheid en vroegkinderlijk trauma.
Zij werkte als onderzoeker op de universiteit en bij een onderzoeksbureau, als gedragswetenschapper in de jeugdbescherming en als docent/curriculumontwikkelaar bij een hogeschool. Vanaf 2006 heeft zij een eigen praktijk waar zij vanuit haar specialismen (forensische) diagnostiek (o.a. voor het NIFP), behandeling, supervisie, advisering en opleidingsactiviteiten combineert. Zij is als gastmedewerker verbonden aan de programma groep Forensische Gezinspedagogiek en Jeugdhulpverlening van de Universiteit Leiden.

logo