Experiëntiële technieken in groepsschematherapie

Een ervaringsgerichte oefening, hoe doe je dat?

‘Een groepsoefening waarbij mensen hun eerste indruk van iemand met hun lijf uitbeelden is op verschillende vlakken veel doordringender dan simpelweg te vertellen “ik vond je een beetje stil”.’ Aan het woord is Birgit Luinge. Samen met José Roelofs vormt ze het docententeam van de PAO-cursus Experiëntiële technieken in groepsschematherapie. José: ‘Schematherapie is een behandelmethode waarbij voelen noodzakelijk is voor de bewustwording van een disfunctioneel schema en de bewerking daarvan. Beleving aan de hand van experiëntiële technieken is daarom een essentieel onderdeel van schematherapie.’

Experiëntiële technieken zijn oefeningen waarbij mensen iets beleven en ervaren in plaats van dat iets enkel cognitief wordt bewerkt. Dat vraagt van therapeuten naast mondelinge communicatieve vaardigheden ook hun lichaam en stem in te zetten. José, van huis uit psychodramatherapeut, is dat gewend. Ze ziet echter om haar heen dat ‘het inzetten van experiëntiële technieken voor veel therapeuten toch best een stap is’. Birgit: ‘Toen ik 15 jaar geleden ging samenwerken met José, merkte ik die drempel bij mezelf. Als therapeut ben je niet zo opgevoed in het inzetten van je eigen lijf en stem. Ik was gewend vooral mijn hoofd en taal te gebruiken ondanks dat er in de basisopleiding schematherapie aandacht aan experiëntiële technieken wordt besteed. Ik weet nog heel goed hoe het was om die drempel te nemen.’

‘Uit doorlopend wetenschappelijk onderzoek waarin schematherapie met experiëntiële technieken wordt vergeleken met andere methodieken’, gaat Birgit verder, ‘komt schematherapie er telkens heel goed uit.’ ‘Ook blijkt dat groepsschematherapie bij cluster B en C problematiek echt meer toegevoegde waarde heeft dan individuele therapie, benadrukt José. ‘Groepstherapie is juist zo mooi omdat de groep een soort speeltuin is. Daar kunnen mensen hun patronen levensecht oefenen met mensen die ze heel graag mogen maar ook met mensen die ze niet mogen. De groep is in feite een afspiegeling van de samenleving. Voorwaarde is wel dat mensen de groepstherapie aankunnen.’ Birgit: ‘Het liefst zou je willen dat mensen de therapie in een groep kunnen doen, tenzij … Voor peer-vorming en het doorbreken van wantrouwen is het heel mooi als cliënten dat met groepsgenoten kunt doen.’

De principes van schematherapie

Schematherapie is een vorm van psychotherapie gericht op de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen waarbij de cliënt inzicht krijgt in diens dysfunctionele patronen van denken, voelen en handelen die tot klachten kunnen leiden op de dagelijkse levensgebieden. Het beleven, ervaren en voelen in de vorm van het werken met experiëntiële technieken is daarbij een essentieel onderdeel.

Hoe ontstaat een schema?

De combinatie van iemands temperament en als kind verzamelde boodschappen en ervaringen, in situaties waarin niet aan de basisbehoeften van het kind is voldaan, zorgen ervoor dat bepaalde patronen van denken, voelen en handelen ontstaan. Dit worden schema’s genoemd. Wanneer een schema in sterke mate aanwezig is, kan dit disfunctioneel worden. Binnen schematherapie wordt er naast schema’s ook met modi gewerkt. Zien we schema’s als een structureel patroon dan zien we de modi als een snel wisselende gemoedstoestand: zo kan in een situatie de modus wisselen van bijvoorbeeld de gezond volwassen-modus naar de kwetsbare of woedende kind-modus of de eisende en straffende-modus.

Specifiek voor persoonlijkheidsstoornissen

Schematherapie is een behandelmethode specifiek voor persoonlijkheidsstoornissen omdat daarbij sprake is van structurele patronen die in iemands fundering verankerd liggen. De gevoelscomponent van het patroon kan erg hardnekkig zijn. Door met schematherapie te leren snappen en voelen hoe het schema werkt en waar het vandaan komt, kunnen de gedachten, gevoelens en het gedrag van het schema bewerkt worden zodat eruit voortkomende klachten kunnen worden verminderd. Hierdoor verbetert de cliënt zijn relatie met zichzelf, anderen en de maatschappij. Tijdens de therapie kunnen de gevoelens effectief bewerkt worden met experiëntiële technieken binnen een therapeutische relatie die stoelt op limited reparenting en empathische confrontatie.

De meerwaarde van de groep

Birgit: ‘Mensen met persoonlijkheidsproblematiek vermijden heel vaak te voelen of gaan er onhandig mee om in contact met anderen. Daarom is het heel belangrijk om daar ruimte voor te maken: “Voelen, hoe doe je dat? En hoe ga je daar dan mee om en hoe verdraag je dat?” Daarvoor kun je heel goed experiëntiële technieken inzetten. De meerwaarde van groepstherapie voor bijvoorbeeld mensen met cluster C persoonlijkheidsproblematiek daarbij is, dat ze meteen de exposure aan moeten gaan, en de mensen waar ze eigenlijk bang voor zijn moeten toelaten om mee te gaan oefenen. Want bij de experiëntiële technieken die je inzet maak je ook meteen gebruik van de groepsgenoten die ze juist heel spannend vinden. Zo ontstaat direct een corrigerende ervaring: “O, die groepsgenoot wil mij wel helpen” of “die vindt mij niet raar”. Dit zijn elementen die je in een individuele gesprekstherapie niet tot je beschikking hebt.’

Ervaringsgericht porren en reguleren

‘Bij mensen met borderline-problematiek die moeite hebben met emotieregulatie’, vult José aan, ‘gaat het juist over die kwetsbare kant durven op zoeken zonder overspoeld te raken door emoties. Dit kan je met experiëntiële technieken in de groep heel mooi doen. Door aan iemand te vragen een standbeeld te maken van zijn kwetsbare kind, en vervolgens aan de groep te vragen dit standbeeld over te nemen en te laten vertellen wat ze ervaren, krijgt iemand veel erkenning. En door er van een afstand naar te kijken helpt het de cliënt de emoties te reguleren. Bij cluster C problematiek probeer je een beetje te porren, bij borderline-problematiek probeer je juist te reguleren. Door dit ervaringsgericht te doen, en mensen niet alleen te laten praten, voelen ze het ook.’

Voorbeelden van experiëntiële technieken in groepsschematherapie

Imaginaire rescripting
Imaginaire rescripting is in gedachten de gebeurtenissen meemaken die voeding geven aan een disfunctioneel schema en daar tijdens de imaginatie een nieuw script van te maken door iemand op dat moment te geven wat hij echt nodig heeft gehad tijdens de gebeurtenis. Na de oefening wordt onderzocht waarom iemand een bepaalde betekenis aan een situatie heeft gegeven en welke betekenis hij er nu aan zou willen geven. José: ‘Ook bij rescripten is er sprake van een proces. Meestal kom je op dezelfde gebeurtenis of op varianten daarvan terug waardoor langzaam de lading van die gebeurtenis zakt en mensen vrijer worden om aan situaties in het hier en nu die lijken op de oorspronkelijke gebeurtenis een andere betekenis kunnen geven.’

Rollenspellen
Rollenspellen lenen zich heel goed voor groepstherapie omdat hier op uiteenlopende wijze mee geoefend kan worden doordat andere groepsleden gevraagd kan worden om een rol neer te zetten. Bijvoorbeeld de rol van vader of moeder Birgit: ‘Je kunt ook vragen om eens in de rol van die belangrijke andere te stappen zodat de cliënt kan ervaren: “Hoe was dat nou voor die ander? Wat voel ik als ik in de schoenen van die ander sta?”

Stoelentechnieken
Stoelentechnieken worden ingezet om de interne dialoog die zich in een cliënt afspeelt zichtbaar te maken en te bewerken. Daarvoor zet je als het ware de verschillende modi op verschillende stoelen. In de groep heb je de luxe dat je groepsgenoten kan vragen om voor die modi op een stoel te gaan zitten. José: ‘Tijdens de dialoog probeer je de gezond volwassene modus te laten winnen door de disfunctionele oudermodus weg te sturen en het kwetsbare kind mededogen te geven en te steunen.’

Psychodramatechnieken
Oefeningen en technieken uit de psychodramatherapie zijn net als experiëntiële technieken op de ervaring gericht en goed toepasbaar binnen de schematherapie. José: ‘Voor de diagnostiek maken we bijvoorbeeld een familiefoto waarbij je met behulp van groepsleden het gezin van herkomst als het ware vormgeeft om aan de hand van de positie op de foto te bekijken welke boodschappen iemand heeft gehad. Daarnaast zijn er veel verschillende korte oefeningen die je kunt gebruiken om mensen in de beleving te krijgen aan het begin van een sessie of tussendoor.’

Experiëntiële technieken gaan doen en ervaren

Met de PAO-cursus Experiëntiële technieken in groepsschematherapie hebben Birgit en José een aantal doelen voor ogen. Birgit: ‘Allereerst willen we de drempelvrees voor experiëntiële technieken verminderen door het op de cursusdag gewoon te gaan doen zodat cursisten gaan beseffen dat ze er geen angst voor hoeven te hebben. Je kunt er over lezen of filmpjes bekijken maar om het echt te gaan doen, daar feedback op te krijgen, en te ervaren hoe het is om experiëntiële technieken met een groep te gaan doen, waarbij ook eigen patronen geraakt worden, dat gaat veel dieper. Ook belangrijk daarbij is te beleven hoe een oefening door groepsdeelnemers wordt ervaren. Dat je kan voelen “wat vraag ik nu eigenlijk van mijn cliënt?”

Direct toepasbaar in je eigen praktijk

José: ‘Door zelf te gaan voelen, beleven en te erkennen, hopen we dat cursisten nog meer gaan beseffen hoe essentieel de inzet van experiëntiële technieken bij schematherapie is. De theorie bieden we aan in een online theoriepresentatie, op de cursusdag gaan we direct ervaringsgericht aan de slag met een breed arsenaal aan experiëntiële technieken, startoefeningen en kleine oefeningen voor tussendoor. De volgende werkdag kun je met een gevulde gereedschapskist direct in de praktijk brengen wat je op de cursusdag geoefend en ervaren hebben.’

De PAO-cursus Experiëntiële technieken in groepsschematherapie in 4 bullets:

  • Bewustwording van de meerwaarde van experiëntiële technieken binnen (schemagerichte) groepstherapie
  • Verlagen van de drempel om actief met experiëntiële technieken aan de slag te gaan
  • Experiëntiële technieken leren inzetten die passend zijn bij de fase van behandeling waar cliënt c.q. cliëntengroep zich bevindt
  • Korte, ééndaagse cursus die makkelijk in jouw agenda past
birgit-luinge

Birgit Luinge & José Roelofs

Birgit Luinge is psychotherapeut/GZ-psycholoog/senior schematherapeut en supervisor voor de VGCT met een sterke affiniteit met schemagerichte cognitieve gedragstherapie.
José Roelofs is psychotherapeut, psychodramatherapeut en supervisor voor de VGCT en schematherapievereniging. Birgit en José werken al ruim 15 jaar samen en hechten beiden veel waarde aan experiëntieel en ervaringsgericht werken in combinatie met cognitieve gedragstherapie. Samen hebben ze voor PAO de cursus experiëntiële technieken in groepsschematherapie ontwikkeld.

Goed gevulde gereedschapskist met dieper inzicht in het hoe en waarom

De cursus onderscheidt zich van andere cursussen op dit gebied in een breed arsenaal aan technieken, startoefeningen en oefeningen tijdens de therapie met een relatie naar psychodrama. Daarnaast wordt expliciet ingegaan op het waarom van experiëntiële technieken en hoe je deze opzet. Dit helpt je de techniek van de oefening op een dieper niveau te begrijpen waardoor je in de flow van het spel ook makkelijker kan improviseren terwijl je het doel van de techniek niet uit het oog verliest. Immers, als je weet waarmee je bezig bent en waarom, ben je in staat op de juiste manier de technieken te gebruiken en in een spelsituatie je lijf en stem in te zetten op een manier die op dat moment nodig is om de beleving tot stand te brengen.

logo