Schematherapie en de behandeling van persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen zijn complexe psychische aandoeningen waarbij iemand vaak extreme persoonlijkheidskenmerken laat zien. In veel van deze gevallen zitten deze de interactie met de omgeving in de weg. De meeste van deze stoornissen zijn gefundeerd op diepgewortelde patronen van denken en voelen, en komen vervolgens terug in het gedrag. Verschillende persoonlijkheidsstoornissen kunnen vragen om verschillende benaderingen in de behandeling. Als therapeut is het daarom belangrijk om een gedetailleerde en holistische aanpak toe te passen om tot het best passende behandelplan te komen. Schematherapie heeft zich in de afgelopen jaren gevestigd als een effectieve methode om deze uitdagingen aan te pakken. Maar wat is schematherapie en waarom is deze behandeling zo effectief gebleken?  

Wat is schematherapie?

Schematherapie is een therapeutische benadering die voortkomt uit de cognitieve gedragstherapie (CGt). Jeffrey Young was de grondlegger in de jaren 90 en specificeerde dat schematherapie zich richt op het identificeren en veranderen van maladaptieve schema’s, diepgewortelde overtuigingen en gedragingen die voortkomen uit negatieve ervaringen in de kindertijd en de adolescentie. Deze schema’s beïnvloeden ook op latere leeftijd hoe mensen denken, voelen en reageren op situaties in hun verdere leven.

Schematherapie en persoonlijkheidsstoornissen

Persoonlijkheidsstoornissen (PS) omvatten langdurige, pathologische patronen in het denken, ervaren en het gedrag van de cliënt en kunnen terug komen in allerlei uiteenlopende situaties. Hierdoor wijkt het gedrag vaak af van dat van maatschappelijke normen, en wordt het als abnormaal bestempeld. Volgens de DSM-IV worden PS ingedeeld in drie clusters: het ‘vreemde, excentrieke’ cluster A (paranoïde, schizotypische en schizoid), waarbij mensen vaak weinig contact zoeken met anderen of alleen leven. Het ‘dramatische’ cluster B (borderline, antisociale, theatrale en narcistische) waarbij mensen vaak problemen ervaren met het beheersen van hun emoties (in het contact met anderen). Als laatste het ‘angstige’ cluster C (vermijdende, afhankelijke en obsessief-compulsieve PS), waarbij mensen vaak situaties vermijden waarin zij angsten kunnen ontwikkelen (American Psychiatric Association, 2005). Deze stoornissen belasten niet alleen de cliënten, maar vindt dit ook zijn doorslag op de samenleving door verhoogde zorgkosten en productiviteitsverlies. Bovendien blijkt uit onderzoek dat PS significant impact hebben op het functioneren en de kwaliteit van leven van zowel de cliënt als de betrokkenen in zijn leven (Rodebaugh TL, 2010).

De impact van PS op maatschappij en behandeling

De behandeling van PS is vaak gericht op langdurige psychotherapie, maar gecontroleerd onderzoek naar de klinische en kosteneffectiviteit hiervan is schaars (Oldham JM, 2007). Dit is zorgwekkend, aangezien PS vaak voorkomen, variërend van 3 tot 15% in de algemene bevolking, en oplopend tot 80-90% in de secundaire zorg (Tyrer P, Mulder R, 2010). Cliënten met PS ervaren vaak sociale en interpersoonlijke problemen, en hun aandoeningen beïnvloeden hun werk en zelfzorg zodanig dat dit tot een negatieve impact op hun leven en dat van hun omgeving leidt (Skodol AE, Gunderson JG, 2002).

Chronische persoonlijkheidsstoornissen hebben naast de patiënten zelf ook kosten voor de samenleving. Zo dragen toegenomen zorgconsumptie, productiviteitsverlies en onvoorspelbare werkgelegenheid bij aan financiële belasting op de maatschappij. Onbehandelde persoonlijkheidsstoornissen in Nederland kosten aanzienlijk meer dan andere psychische aandoeningen, zoals depressie of gegeneraliseerde angststoornis (Soeteman DI, Hakkaart-van Roijen L, Verheul R, Busschbach JJV, 2008).

Effectiviteit van schematherapie

Onderzoek heeft aangetoond dat schematherapie effectief kan zijn bij het behandelen van verschillende persoonlijkheidsstoornissen (Arntz et al., 2019). Uit onderzoek naar schematherapie (ST) is deze behandelmethode naar voren gekomen als een veelbelovende behandeling voor persoonlijkheidsstoornissen en heeft hierdoor veel aandacht gekregen in het onderzoeksveld. Zowel een Nederlandse studie (Nadort M, Arntz A, 2009) als een uitgebreide RCT (die ST rechtstreeks vergelijkt met overdrachtgerichte psychotherapie (Giesen-Bloo J, van Dyck R, 2005) tonen klinische effectiviteit aan voor borderline PS. Daarnaast heeft ST ook positieve resultaten laten zien voor borderline PS in groepsformatie (Behaviour Research and Therapy, 2009). In termen van kosteneffectiviteit wordt ST verkozen boven overdrachtgerichte psychotherapie, zoals blijkt uit de eerder genoemde RCT (van Asselt ADI, Dirksen C, 2008), waarbij ST zowel goedkoper als effectiever is dan TFP.

Praktische aanpak van schematherapie

Schematherapie is een evidence-based behandelvorm die cliënten helpt de oorsprong van hardnekkige patronen te begrijpen en te veranderen. Tijdens het behandeltrajectworden de invloed van ervaringen uit de jeugd en hun impact op het denken en handelen onderzocht. Dit leidt tot het herkennen en veranderen van patronen, waardoor cliënten anders gaan denken, zich beter gaan voelen en vervolgens ook hun gedrag in de toekomst kunnen veranderen. Schematherapie kan zowel individueel als in groepsverband worden aangeboden, en vaak ook in combinatie van beide.

Schematherapie en opleiding van PAO

Ben je geïnteresseerd om de basis- en vervolgcursus schematherapie in één keer te volgen? Dan verwelkomen wij je graag in onze cursus! Onze cursus is erkend door de Vereniging Schematherapie en omvat zowel de 25-uurs basis- als de 25-uurs vervolgcursus in het opleidingstraject tot schematherapeut. Daarnaast is de cursus erkend als 50-uurs vervolgcursus in het registratietraject tot cognitief gedragstherapeut (VGCt).

Ben je op zoek naar een verdiependecursus voor jouw herregistratiepunten? Bekijk dan de cursus ‘Experiëntiële Technieken in Groepsschematherapie‘. Deze cursus helpt je om jouw vaardigheden in schematherapie verder te ontwikkelen en nieuwe technieken te leren die zowel individueel als in groepen effectief kunnen worden toegepast. 

 

Bronnen:

American Psychiatric Association: Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. Fourth edition, text revision. 2005, Washington DC: American Psychiatric Association

Arntz, A., Bamelis, L., van den Broek, W. W., & Bernstein, D. P. (2019). Schema therapy for personality disorders: A randomized controlled trial. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 87(4), 357–366. https://doi.org/10.1037/ccp0000385

Oldham JM: Psychodynamic psychotherapy for personality disorders. American Journal of Psychiatry. 2007, 164 (10): 1465-1467. 

Tyrer P, Mulder R, Crawford M, Newton-Howes G, Simonsen E, Ndetei D, Koldobsky N, Fossati A, Mbatia J, Barrett B: Personality disorder: a new global perspective. World Psychiatry. 2010, 9: 56-60.

Rodebaugh TL, Gianoli MO, Turkheimer E, Oltmanns TF: The interpersonal problems of the socially avoidant: self and peer shared variance. Journal of Abnormal Psychology. 2010, 119 (2): 331-340.

Skodol AE, Gunderson JG, McGlashan TH, Dyck IR, Stout RL, Bender DS, Grilo CM, Shea MT, Zanarini MC, Morey LC, et al: Functional impairment in patients with schizotypal, borderline, avoidant, or obsessive-compulsive personality disorder. American Journal of Psychiatry. 2002, 159 (2): 276-283

Soeteman DI, Hakkaart-van Roijen L, Verheul R, Busschbach JJV: The economic burden of personality disorders in mental health care. Journal of Clinical Psychiatry. 2008, 69 (2)

Nadort M, Arntz A, Smit JH, Wensing M, Giesen-Bloo J, Eikelenboom M, Spinhoven P, van Dyck R: Implementation of Outpatient Schema therapy for Borderline Personality Disorder with versus without crisis support by the therapist outside office hours: a randomized trial. Behaviour Research and Therapy. 2009, 47 (11)

Giesen-Bloo J, van Dyck R, Spinhoven P, van Tilburg W, Dirksen C, van Asselt T, Kremers I, Nadort M, Arntz A: Outpatient psychotherapy for borderline personality disorder: randomized trial of schema-focused therapy vs transference-focused psychotherapy. Archives of General Psychiatry. 2006, 63

Nadort M, Arntz A, Smit JH, Wensing M, Giesen-Bloo J, Eikelenboom M, Spinhoven P, van Dyck R: Implementation of Outpatient Schema therapy for Borderline Personality Disorder with versus without crisis support by the therapist outside office hours: a randomized trial. Behaviour Research and Therapy. 2009, 47 (11)

van Asselt ADI, Dirksen C, Arntz A, Giesen-Bloo J, Van Dyck R, Spinhoven P, van Tilburg W, Kremers IP, Nadort M, Severens JL: Out-patient psychotherapy for borderline personality disorder: cost-effectiveness of schema-focused therapy v. transference-focused psychotherapy. British Journal of Psychiatry. 2008, 192 (6)

Meer over:
logo