Emotieregulatieproblemen en grensoverschrijdend gedrag

‘Wanneer dit een symptoom is van een psychische stoornis kun je een groot verschil maken’

‘Grensoverschrijdend gedrag wordt door hulpverleners vaak niet gezien als een bijkomend symptoom van een psychisch probleem maar als iets wat afschrikt omdat dit ook iets doet met jou als hulpverlener. “Hoe moet ik het gevaar inschatten? Hier ben ik niet voor opgeleid. Wat moet ik hiermee?” Maar dat is echt lang niet altijd nodig.’
Aan het woord is Judith Yntema, docent van de PAO-cursus Emotieregulatieproblemen en grensoverschrijdend gedrag. ‘Wanneer grensoverschrijdend gedrag een uiting is van een psychische stoornis of van psychische problemen, kun je het vaak zelf behandelen en een groot verschil maken voor je cliënt én zijn omgeving.’

Een waaier van verschillende stoornissen
Mensen die grensoverschrijdend gedrag vertonen vormen een zeer diverse doelgroep omdat aan dit soort gedrag een waaier van verschillende stoornissen ten grondslag kan liggen. Denk aan een stemmingsstoornis, depressie, ADHD of bijvoorbeeld autisme in combinatie met een depressieve stoornis. Die diversiteit in mogelijke oorzaken maakt de behandeling van grensoverschrijdend gedrag voor hulpverleners niet makkelijk. Daarnaast is ook de motivatie van mensen om naar de hulpverlening te stappen vanwege grensoverschrijdend gedrag verschillend. Overigens is zeker niet aan elk grensoverschrijdend gedrag een psychische stoornis toe te schrijven, de invloed van de context en het systeem spelen een grote rol bij het tot stand komen van gedrag. Het is daarom belangrijk om een goed onderscheid te maken tussen grensoverschrijdend gedrag als gedrag dat te begrijpen valt vanuit een bepaalde context of interactie met anderen, en grensoverschrijdend gedrag als uiting of symptoom van een psychische stoornis.

De motivatie voor hulpverlening
Judith: ‘Sommigen zetten zelf de stap naar hulpverlening omdat ze veel lijdensdruk ervaren. Relaties, werk, vriendschappen kunnen stroef verlopen omdat ze moeite hebben hun emoties onder controle te houden, of te snel opvliegend zijn en daardoor regelmatig in conflictsituaties terechtkomen. Of ze merken dat ze steeds in situaties terechtkomen waarvan ze op dat moment denken dat er niets aan de hand is, maar waarvan achteraf blijkt dat ze iemand grenzen over zijn gegaan. Anderen worden gestuurd door hun partner of gezinsleden en soms gaat het om een verplichte behandeling vanuit de reclassering omdat het grensoverschrijdende gedrag tot een veroordeling heeft geleid.

Depressieve klachten en wraakgedachten
Je ziet binnen deze cliëntengroep soms ook dat mensen allerlei gedachtes hebben over moord of seksueel overschrijdend gedrag en bang zijn dat ze deze gedachten gaan uitvoeren. Of mensen die vanuit eigen trauma’s continu getriggerd worden of op hun hoede zijn en vanuit hun eigen gevoel van onveiligheid en vechtmodus van overleving agressief gedrag vertonen. Sommigen krijgen er depressieve klachten van. Ze kunnen dan somber zijn en zichzelf isoleren omdat ze bang zijn iemand iets aan te doen of om anderen te beschadigen. Anderen hebben juist last van slaapproblemen of overprikkeldheid, en zijn snel boos of geagiteerd. Weer anderen kunnen erg piekeren, of hebben herbelevingen van traumatische gebeurtenissen of dwang- en wraakgedachtes.’

Handvatten voor het inschatten van gevaar
Wat er in de praktijk vaak gebeurt is dat mensen bijvoorbeeld voor een traumabehandeling komen en dan blijkt ineens dat ze als gevolg van wat er is gebeurd in het verleden veel wraakgevoelens en -gedachten hebben. Als hulpverlener kun je dan verlamd raken omdat je niet mee wilt werken aan mogelijk gewelddadig of agressief gedrag van je cliënt als hij of zij daadwerkelijk tot wraak komt. In de forensische psychiatrie kunnen deze woede, wraakgevoelens en gedachten soms ook gezien worden als een uiting van hyperarousel, een gevolg van traumatische gebeurtenissen in het verleden die iemand met zich meedraagt, in plaats van dat iemand zich daadwerkelijk agressief gaat gedragen.

Wanneer kun je zelf blijven behandelen?
Het allerbelangrijkste is in dit soort situaties dat je de risico’s op het voortduren, in stand houden of verder escaleren van grensoverschrijdend gedrag in de toekomst kunt inschatten en wegen. Gaat diegene echt over tot het nemen van wraak? Is dit al eerder gebeurd? Is dit gedrag een symptoom of onderdeel van een psychische stoornis? Dat is natuurlijk heel lastig wanneer je als hulpverlener niet veel met agressie of (seksueel) grensoverschrijdend gedrag te maken hebt gehad. In de PAO-cursus Emotieregulatieproblemen en grensoverschrijdend gedrag <link> krijg je de handvatten om het risico op geweld, gewelduitingen of (seksueel) grensoverschrijdend gedrag te wegen. Wanneer uit de risicoanalyse blijkt dat het gaat om een laag risico, kun je meestal zelf doorbehandelen.

Emotieregulatieproblemen als transdiagnostische factor
Als een van de kenmerken van een onderliggende psychische stoornis kunnen emotieregulatieproblemen meespelen. Dit kan zich onder andere ook uiten in grensoverschrijdend gedrag. Judith: ‘Emotieregulatie is iets wat heel snel kan ontregelen op het moment dat er sprake is van bijvoorbeeld borderline problematiek, stemmingsstoornissen, depressie, gedragsstoornissen, dwangstoornissen of trauma. Emotieregulatieproblemen die zich bijvoorbeeld in de kindertijd ontwikkelen als gevolg van hechtingsproblematiek kunnen op latere leeftijd de oorzaak zijn van psychische klachten die kunnen leiden tot een psychische stoornis. Maar lang niet alle psychische stoornissen leiden tot grensoverschrijdend gedrag. Dat is slechts een heel klein percentage. Maar, als je vanuit grensoverschrijdend gedrag kijkt en je onderzoekt de ontwikkelingsgeschiedenis van iemand, dan liggen daar wel heel vaak emotieregulatieproblemen aan ten grondslag.

De rol van situationele omstandigheden
‘Wat ook kan is dat situationele omstandigheden bij volwassenen soms ineens tot grensoverschrijdend gedrag kunnen leiden omdat iemand onderliggend een bepaalde kwetsbaarheid heeft, bijvoorbeeld hechtingsproblemen of een impulsieve of angstige aanleg. Soms is het ook een opeenstapeling van verschillende situationele factoren waardoor mensen heel veel stress ervaren. Lang bloot staan aan allerlei stress, daar wordt niemand beter van natuurlijk.

In stand houdende factoren
‘Wanneer je grensoverschrijdend gedrag als uitgangspunt neemt’, gaat Judith verder, ‘is het belangrijk dat je zowel kijkt naar de ontstaansgeschiedenis van het gedrag, als een holistische theorie maakt naar in stand houdende factoren. Deze kunnen zowel in het nu liggen als in het verleden. Dat bepaalt de focus van je behandeling en waar je moet ingrijpen. Het is niet zo dat je per definitie altijd helemaal terug moet gaan naar iemands kindertijd om de klachten in het hier en nu te behandelen, maar je moet het wel in de context van het hier en nu kunnen plaatsen. Dus je bekijkt per casus de ontwikkelingsgeschiedenis waarbij de situationele en in stand houdende factoren bepalen waarom iemand op dit moment bij jou in de spreekkamer zit.

Veerkracht ontdekken
‘Ook om iemands veerkracht te kunnen ontdekken is terugkijken belangrijk. Blijkbaar heeft iemand al die jaren geen klachten gehad en is zijn coping toereikend geweest. Waarom is die coping nu niet meer toereikend? Is er iets in de situatie veranderd. Zijn er extra life events geweest. Hoe kan ik deze cliënt weer verder helpen met een coping die functioneel en niet tot klachten leidt?’

Focus op het allround functioneren
Door vanuit een algemeen gezondheidsmodel naar het functioneren van een cliënt te kijken, wat overigens steeds meer binnen de ggz gebeurt, wordt duidelijk wat een cliënt nu nodig heeft. Judith: ‘Dat is bij grensoverschrijdend gedrag niet anders. Als een cliënt bijvoorbeeld geen dak boven zijn hoofd heeft en elke dag moet ronselen voor zijn eten, is het logisch dat de cliënt daar allerlei depressieve klachten aan overhoudt of fors geprikkeld van raakt of somber van wordt. Om dan eerst de depressie te gaan behandelen en uit te vissen hoe de stoornis is ontstaan …? Het eerste wat iemand op dat moment nodig heeft is een veilige plek en huisvesting. Pas nadat iemand in een veilige situatie zit waarin de primaire levensbehoeften aanwezig zijn, kun je gaan kijken of de klachten blijven bestaan en wat er dan aan behandeling of therapie nodig is. Je kunt een cliënt die continu in een hele stressvolle situatie zit niet behandelen omdat daar een kalm brein voor nodig is dat kan reflecteren en mentaliseren. Iemand in een onveilige situatie staat in een overlevingsstand, daar moet je eerst sturen op veiligheid en stabiliteit.’

Een agressieregulatietraining?
Daarom is bijvoorbeeld een agressieregulatietraining niet effectief als de risicofactoren voor het in stand houden van het grensoverschrijdend agressief gedrag nog aanwezig zijn. Judith: ‘Bij agressie-regulatieproblemen zie je vaak dat er sprake is van onderliggend trauma waardoor iemand eigenlijk steeds in de hyperarousel zit, en van daaruit agressief gedrag kan laten zien. Dan moet je terug naar de traumaklachten en het trauma behandelen om te zorgen dat iemand een bredere tolerantiegrens krijgt. In dit geval is het dus wel nodig om de ontwikkelingsgeschiedenis van de klachten door te lopen om te kunnen snappen waar de klachten vandaan komen. Hetzelfde geldt voor een zedenbehandeling voor iemand met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Soms wordt er vanuit gegaan dat er op seksueel vlak iets mis is, terwijl dat helemaal niet zo hoeft te zijn. Het seksueel grensoverschrijdende gedrag kan ook voortkomen vanuit een onderliggende psychische stoornis of persoonlijkheidsproblematiek. Het is daarom erg belangrijk om samen met je client zijn of haar gedrag te kunnen plaatsen in de context en te begrijpen zodat iemand in staat is om het te

De therapeutische relatie
Net als bij elke therapie of behandeling voor elke andere psychische klacht moet ook iemand die lijdt onder en aan grensoverschrijdend gedrag zich kwetsbaar kunnen opstellen. Een goede therapeutische relatie is daarom doorslaggevend. Judith: ‘Het allerbelangrijkste vind ik, voor elke therapeutische relatie trouwens, dat je naast iemand kan gaan staan en samen kan gaan puzzelen. Wat maakt nu dat je dat bepaalde gedrag in bepaalde omstandigheden gaat vertonen of bent gaan vertonen? Wat is hier de puzzel die we moeten leggen om te kunnen voorkomen dat je dit blijft doen en jij of voor jou belangrijke anderen hier last van blijven houden?

Op zoek naar aanknopingspunten voor gedragsverandering
‘Ik ben altijd op zoek naar wie is die persoon die voor mij zit. Wat is zijn verhaal en wat zijn de aanknopingspunten voor gedragsverandering waar we op kunnen inzetten in de behandeling? Niet over de cliënt maar samen met de cliënt. Soms is er ook extra diagnostiek nodig dat belangrijk kan zijn om te kijken naar onderliggende factoren maar er vooral op is gericht dat de cliënt zelf snapt en begrijpt waar bepaald gedrag vandaan komt. Want als je daar samen op kunt reflecteren dan heb je ook meer grip en motivatie ten gunste van de behandeling.

Empathie voelen voor de cliënt
‘Tijdens dit proces is het belangrijk om de behandelrelatie goed houden’, benadrukt Judith. ‘In intervisie gaat het bij ons vaak om de vraag: “Op het moment dat je merkt dat een cliënt onder je huid gaat zitten, of dat je zelf geïrriteerd raakt, hoe ga je daar mee om? Is er wel een goede match tussen de therapeut en de cliënt? Kan ik nog empathie voelen voor de cliënt? Of voel ik op dit moment alleen nog maar irritatie? Waar ligt dit dan aan, hoe kan ik het ombuigen of er juist gebruik van maken door de interactie bespreekbaar te maken? Hoe kan ik mijn irritatie gebruiken in de behandeling door het gedrag wat dit oproept bij de cliënt bespreekbaar te maken of roept deze cliënt iets bij mij op waar ik zelf wat mee moet?” Als therapeut is het jouw verantwoordelijkheid om daar voortdurend op te reflecteren. Zeker bij deze doelgroep. Een cliënt stelt zich alleen kwetsbaar op als hij zich voldoende veilig, geholpen en gehoord voelt.’

De situatie helder zien
In de PAO-cursus Emotieregulatieproblemen en Grensoverschrijdend gedrag leer je emotieregulatieproblemen en grensoverschrijdend in het licht van een stoornis te plaatsen en krijg je de handvatten om dit gedrag zelf te behandelen. Na de cursus heb je de vaardigheden in huis om bij een cliënt die als symptoom van zijn stoornis grensoverschrijdend gedrag vertoont, de risico’s op gevaar goed in te schatten, het grensoverschrijdend gedrag te behandelen waardoor je dit als onderdeel van de totale behandeling veel sneller zelf kunt doen dan wanneer je dit behandelonderdeel moet uitbesteden of de cliënt moet doorverwijzen. Je ziet de situatie helder zodat je juiste acties kunt uitzetten, een plan van aanpak kunt maken en kunt behandelen, en weet wanneer je wel moet doorverwijzen of andere instanties moet betrekken.

Check de startdatum van de eerstvolgende cursus

Grensoverschrijdend gedrag
Volgens Judith kun je grensoverschrijdend gedrag zien als een uiting van een psychische stoornis of psychische problemen waardoor je het vaak zelf kunt behandelen. ‘Je helpt mensen er echt mee omdat de lijdensdruk voor zowel de mensen met grensoverschrijdend gedrag als de slachtoffers die zij maken vaak heel groot is.’

De PAO-cursus Emotieregulatieproblemen en grensoverschrijdend gedrag is een van de weinige cursussen in Nederland waarin je de vaardigheden leert waarmee je handelszekerheid ontwikkelt om cliënten met emotieregulatieproblemen die kunnen leiden tot grensoverschrijdend gedrag te helpen.

De inhoud van de PAO-cursus Emotieregulatie en grensoverschrijdend gedrag in 5 bullets

  • Herkennen van emotieregulatieproblematiek en grensoverschrijdend gedrag
  • Emotieregulatieproblemen in ontwikkelingsperspectief
  • Uitgebreid stilstaan bij grensoverschrijdend probleemgedrag: oorzaken, gevolgen en verband met emotieregulatie
  • Aandacht voor diagnostiek, indicatiestelling en diverse behandelvormen
  • Onderdeel van het opleidingstraject tot cognitief gedragstherapeut VGCT.
Judith-Yntema

Judith Yntema

Judith Yntema is orthopedagoog, GZ-psycholoog, NRGD-geregistreerd pro Justitia rapporteur en cognitief gedragstherapeut en supervisor VGCt.

Judith is werkzaam als directeur en oprichter bij het Psychodiagnostisch Centrum Amsterdam waar zij diagnostiek voor Justitie uitvoert en psychologen opleid tot pro Justitia rapporteur. Daarnaast werkt zij als mededirecteur/-oprichter en behandelaar bij ForLight, een ggz-instelling voor de behandeling van grensoverschrijdend gedrag en rand forensische problematiek.
Vanuit haar achtergrond als orthopedagoog en jeugdbehandelaar bekijkt Judith problemen vanuit een ontwikkelingspsychologisch perspectief.
Dat betekent dat zij kijkt naar hoe vastgelopen patronen tot stand zijn gekomen, hoe deze bekrachtigd en in stand worden gehouden (cognitieve gedragstherapie) en waar de sterke kanten en krachten van mensen liggen
om deze vastgelopen patronen te kunnen doorbreken.
Judith gelooft in de eigen kracht van mensen om tot gedragsverandering te kunnen komen en maakt hierbij gebruik van oplossingsgerichte en motiverende gesprekstechnieken. Daarnaast heeft zij vanuit haar forensische
achtergrond veel ervaring op het gebied van risicotaxatie, diagnostiek en behandeling van grensoverschrijdend en strafbaar gedrag.

logo