Menu
- CursusaanbodMenuMenuMenuMenu
- Incompany
- Online Leren
- Trauma Academie
- OpleidingsadviesMenu
- Supervisie
Menu
Marijke Jongbloed is GZ-psycholoog, NVO Orthopedagoog-Generalist en NVO-supervisor.
‘De DSM is niets anders dan een diagnostisch instrument om beschrijvende diagnoses betrouwbaar en met meer zekerheid te klasseren. De overstap van DSM IV naar DSM-5 per 1 januari 2017 verandert daar niet veel aan.’ Aan het woord is Marijke Jongbloed, GZ-psycholoog, NVO Orthopedagoog-Generalist en NVO-supervisor. Ze is als docent betrokken bij de PAO cursussen over DSM-5 en de overstap van DSM IV naar DSM-5 voor het klasseren van psychische stoornissen bij kinderen en jeugdigen.
Algemene beschrijving van een specifieke situatie
Over de zin van de DSM, de afkorting van Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, is Marijke Jongbloed duidelijk: ‘Een DSM klassering is niets meer en niets minder dan een algemene beschrijving van een specifieke situatie. Het maakt individuele diagnoses vergelijkbaar en de communicatie erover makkelijker. Maar, ook al kom je tot de conclusie dat een kind ADHD heeft, de specifieke beschrijvende diagnose blijft nodig om de behandeling die dit specifieke kind nodig heeft, vast te stellen.´
Popularisering van de DSM
Het nadeel van de DSM vindt Marijke de etikettencultuur die als gevolg van de popularisering van DSM-termen als autisme en ADHD is ontstaan bij leerkrachten en ouders. ‘Je hoort soms een leraar zeggen dat hij vijf ADHD ‘ers in de klas heeft. Ten eerste is dat niet zo waarschijnlijk en ten tweede krijgen de kinderen een etiket opgeplakt zonder dat ze zijn gediagnosticeerd. Veel orthopedagogen en psychologen weten gelukkig beter.’
Over Marijke Jongbloed
Marijke Jongbloed is orthopedagoog en GZ-psycholoog, supervisor NVO. Zij heeft jarenlang ervaring opgedaan in de diagnostiek en indicatiestelling voor speciaal onderwijs en was tot voor kort werkzaam als coördinerend onderzoeker bij de Evaluatie- en Adviescommissie Passend Onderwijs ECPO en is nu lid van de NRO commissie evaluatie Passend onderwijs. Daarnaast is ze als docent betrokken bij de PAO cursussen:
Blended DSM-5 voor kinderen en jeugdigen
Procesdiagnostiek in de jeugdzorg
Psychopathologie en het (passend) onderwijs
Het integratieve beeld is leidend
Waar het volgens Marijke bij de diagnostiek om gaat is het integratieve beeld dat tijdens een diagnostisch proces wordt gevormd: Wat zijn de problemen van dit kind in deze situatie, in het gezin, de school? En, hoe verhouden deze verschillende aspecten zich tot elkaar? ‘Daarna volgt pas de stap: Hoe kan ik de DSM-5 gebruiken om de beschrijvende diagnose te klasseren? De DSM staat niet centraal. De beschrijvende diagnose is leidend. Vertaald naar de overstap van de DSM IV naar 5 betekent dit simpel gezegd dat een kind dat in de DSM IV met rood haar wordt gediagnosticeerd, in de DSM-5 nog steeds rood haar heeft. Het enige verschil is dat je soms via een andere route tot deze klassering komt. In de DSM-5 is 20 jaar nieuwe ontwikkeling in de psychopathologie geïntegreerd.’
De algemene veranderingen in de DSM- 5:
– Meer aandacht voor de (ontwikkelings)leeftijd van de cliënt
– Meer aandacht voor verandering van stoornis in levensloop
– Aandacht voor sekseverschillen
– Verschil in uitingsvorm van problematiek in relatie tot de culturele achtergrond
Weten waar je moet zoeken
In de cursus Blended DSM-5 voor kinderen en jeugdigen gaat Marijke in op de belangrijkste psychische stoornissen bij kinderen en hoe de klassering daarvan is veranderd. ‘Bij autisme zijn de veranderingen heel duidelijk. Bij andere stoornissen is het meer verpakt. Daarom gaan we niet alleen in op de wijzigingen in klassering maar ook op de achterliggende gedachten daarvan. Als je weet hoe de veranderingen tot stand zijn gekomen, kun je de stoornis immers makkelijker terugvinden. Zo worden in de DSM IV de stoornissen van kinderen gegroepeerd in één hoofdstuk. In de DSM-5 wordt een andere systematiek gehanteerd. Daar vind je bijvoorbeeld de reactieve hechtingstoornis niet meer terug in het hoofdstuk over de stoornissen van de kinderleeftijd maar in het hoofdstuk “Trauma en stressor gerelateerde stoornissen”. Daar zit een gedachte achter. Als je die gedachte kent, is het logisch en weet je waar je moet zoeken. ‘
‘Dit kan ik ook!’
Marijke: ‘De cursisten zijn beginners en gevorderden uit alle hoeken van het werkveld. Voor beide groepen is er een specifiek aanbod. De cursisten brengen hun eigen casuïstiek en specifieke deskundigheid mee. Dat is echt genieten. We leren veel van elkaar. Dankzij het vele oefenen met de eigen casuïstiek worden de mogelijkheden van de DSM in de eigen situatie heel zichtbaar en ervaren de cursisten een gevoel van competentie: ‘Dit kan ik ook!’ Daarnaast zijn ze vaak opgelucht dat de overstap van IV naar 5 niet zo ingewikkeld is als het lijkt. Wat ik verder merk is dat veel cursisten geïnspireerd raken hun kennis op het gebied van de psychopathologie op te frissen of te verdiepen en te verbreden. Dat komt omdat werken met de DSM-5 voortdurend een beroep doet op aanwezige kennis binnen dit vakgebied.´
Lees meer over de PAO cursussen:
Blended DSM-5 voor kinderen en jeugdigen
Procesdiagnostiek in de jeugdzorg
Psychopathologie en het (passend) onderwijs
Wil je meer weten over een onderwerp? Of je laten inspireren? Lees dan hier alle artikelen van de docenten en adviseurs van PAO Psychologie. Hier lees je bijvoorbeeld over ontwikkelingen zoals Passend onderwijs, Dilemma’s in de jeugdzorg en DSM 5, maar ook over werkzame mechanismen achter een behandelvorm zoals Cognitieve gedragstherapie.
Meld je nu aan voor onze nieuwsbrief en weet alles als eerste!